Mannetjes

Veel mensen houden er niet van om hulp in te roepen.  En als het even kan, dan doen ze het allemaal liever zelf.  In dit verband moet ik meteen denken aan een verhaal van mijn vrouw  toen zij nog een meisje van vier jaar oud was. 

 

Haar vader nam haar mee naar zijn werk in het ziekenhuis en zij liep als een spring-in-het-veld met hem mee door de lange gangpaden.  Toen zij vooruit rende, stond zij voor een deur en probeerde die te openen.  Op haar tenen staand, kon zij net niet bij de deurklink waarop één van de assistenten van haar vader haar kwam helpen.  Maar zij werd wat bozig en zei: ‘nee, niet doen, dat kan ik heus wel zelf’.  Met uitgerekte handjes lukte het haar uiteindelijk toch om te deur te openen.  Daarmee was de toon gezet op haar lange levensweg.  En tot op de dag van vandaag weigert zij alle hulp voor alles wat zij zelf net zo goed kan doen.  Zelf ben ik precies het tegenovergestelde: kom ik in de één of andere winkel, dan spreek ik meteen iemand van het personeel aan om vervolgens geholpen te worden met wat ik zoek. 

 

Dit tot ergernis van mijn vrouw die steevast zegt: ‘jij laat je ook wel gemakkelijk bedienen’, waarop mijn reactie dan is: ‘ja, waarom zou je moeilijk doen als het ook makkelijk kan’.  In dezelfde sfeer heeft mijn vrouw ook vaak een kritische noot te kraken als het gaat om, wat zij noemt, ‘al die mannetjes van jou’.  Wat zij bedoelt is dat ik in de loop der jaren verschillende ‘mannetjes’ heb verzameld die oproepbaar zijn voor uiteenlopende klusjes.  Zo heb ik een mannetje voor mijn stadstuintje achter mijn praktijk, een mannetje die mijn scooter onderhoudt, een mannetje die kapotte dingen in de praktijk repareert, een mannetje die mij website beheert en voor de afwisseling ook twee vrouwtjes:  één die mijn praktijk schoonhoudt en één die mijn haar knipt.  En soms kijk ik met weemoed terug op de tijd dat ik, als psycholoog, werkend in het ziekenhuis. ook de beschikking had over een secretaresse. 

 

Het zijn geen vriendschappen, maar het voelt wel zo.

Vorige
Vorige

Poetsvreugde

Volgende
Volgende

De moeite waard